Sibrandus Lubbertus (Langweer, 1556 of 1557 – Franeker, 10-01-1625)
Sibrandus Lubbertus was een Nederlandse calvinistische theoloog.
Hij was veertig jaar lang professor in de theologie aan de universiteit van Franeker sinds de oprichting van het instituut in 1585.
Hij was een prominente deelnemer aan de Synode van Dordrecht.
Meer grote denkers en oude professoren
Terug in de tijd
Wie lang bestaat, kan veel verhalen.
Meer dan twee eeuwen intensief universitair leven geeft ruimte voor menselijke verhalen. De historicus Josse Pietersma laat elf keer zien dat de Franeker Academie zich bepaald niet in een ivoren toren had opgesloten. Integendeel, ze stond volop in de gemeenschap van Franeker en omgeving.
Elf academische verhalen
Prof. Mulder wil een wetenschappelijk artikel over de operatie schrijven. Maar het komt er niet van. In 1807 wordt hij hoogleraar in Groningen. Drie jaar later overlijdt hij op eenenveertig jarige leeftijd aan de gevolgen van een mislukte kaakoperatie.
In 1664 komt Johan Maurits naar Leeuwarden voor de begrafenis van zijn neef, de Friese stadhouder Willem Frederik. Op de terugweg zakt hij in Franeker met zijn paard door de brug in de Dijkstraat. Het ongeluk wordt hem bijna fataal.
Eise Eisinga (1744-1828) is wolkammer en amateur-astronoom in Franeker. Hij bouwt een groot planetarium in het plafond van zijn woonkamer.
In 1784 is Europa in de ban van de ‘ballongekte’. Overal worden heteluchtballons in alle soorten en maten opgelaten. Ook professor van Swinden, hoogleraar in de natuurkunde en filosofie in Franeker, bouwt een ballon. Van Swinden heeft grote belangstelling voor praktisch onderzoek.
Dammen speelde je vroeger op een schaakbord met vierenzestig velden. Aan het eind van de zestiende eeuw ontstaat het dambord met honderd velden.
Als Jan weer eens een nieuwe telescoop test, kan hij vanaf het bolwerk zien hoe professor Petrus Camper een patiënt bezoekt op Klein Lankum. Bij toeval ziet Jan ook dat de dokter naderhand nog de vrouw van de patiënt een privéonderzoek geeft.
Eens op een avond geeft Eise achter zijn huis college. Als hij even wegloopt om iets te halen, zagen de studenten snel een klein stukje van de poten van zijn kruk af..
Professor Maccovius (1588-1644) trouwt met Antje van Uylenburgh. Als Antje ziek wordt, komt haar zuster Saskia haar verzorgen. En wanneer Antje overlijdt, blijft Saskia nog een half jaar om het huishouden voor haar zwager te doen.
Anna’s vader werd ziek en kort na haar vijftiende verjaardag overleed hij. Aan zijn sterfbed moest Anna beloven dat ze nooit zou trouwen. Alleen op die manier zou haar enorme talent niet verloren gaan.
Johanna, het dochtertje van prof. Coopmans krijgt ook zo’n inenting, maar ze overleeft het niet. In het gedicht Varis vertelt Coopmans hierover. Het verdriet van de vader klinkt luid en duidelijk. Maar het gedicht is ook een vurig pleidooi om door te gaan met inenten.
Willem Loré het weeskind dat uiteindelijk de eretitel krijgt 'buitengewoon hoogleraar in de wiskunde'.