Johannes Bogerman

Student (1592) en Hoogleraar theologie (1636 - 1637)

Johannes Bogerman (Krummhörn, 1576 – Franeker, 11-09-1637)

Johannes Bogerman mag dan bekend hebben gestaan als de man met de langste baard in Europa (die reikte tot zijn middel), er valt veel meer over hem te vertellen.

Als zoon van de protestant geworden pastoor van Kollum mocht hij op kosten van de Friese Staten theologie studeren. Eerst in Franeker natuurlijk (1592), en van 1595 tot 1599 onder andere in Heidelberg, Genève, Oxford en Cambridge.

Eenmaal predikant geworden vallen vooral zijn bestuurlijke kwaliteiten op. Stadhouder Willem Lodewijk (‘Us heit’) haalt hem in 1604 naar Leeuwarden, waar hij zich inzet voor de organisatie van de Gereformeerde kerken in Friesland. Diverse malen is hij voorzitter van de Synode van Friesland.

In 1613 volgt een benoeming tot hoogleraar in Franeker, maar Bogerman bedankt voor de eer.

Zijn piekmoment komt als hij gekozen wordt tot voorzitter van de Nationale Synode van Dordrecht (1618-1619), misschien wel de belangrijkste synode (kerkelijke ‘vergadering’) uit onze geschiedenis. Een van de beslissingen die in Dordrecht genomen worden is de opdracht om de Bijbel opnieuw in het Nederlands te vertalen, de ‘Statenvertaling’. Ruim 300 jaar was dit dé vertaling die iedere protestant in Nederland las. Bogerman had een leidende rol in de vertalersploeg.

In 1625 viel hem de eer te beurt om Prins Maurits op diens sterfbed pastoraal te begeleiden.

Toen de Statenvertaling in 1636 voltooid was, volgde opnieuw een benoeming in Franeker. Dit keer kwam hij wel. Nog geen jaar later stierf hij, opgebrand, slechts 61 jaar oud.

Bogerman heeft weinig geleerde boeken gepubliceerd. Maar anoniem leefde zijn wetenschappelijke vrucht vele eeuwen door in de Statenvertaling, die niet alleen op de protestantse kerken, maar ook op de Nederlandse taal een onuitwisbare invloed heeft uitgeoefend.