Over ons

Geschiedenis van de Academie


Terug naar 1585

Meer dan twee eeuwen lang kon Franeker bogen op een in binnen- en buitenland beroemde universiteit. De Academie werd in 1585 gesticht in onzekere tijden. Friesland had zich in 1579 aangesloten bij de Unie van Utrecht in de gezamenlijke strijd tegen Spanje. In 1580 besloten de Staten van Friesland dat alleen de Gereformeerde leer toegestaan was. Om in een groeiende vraag naar dominees, juristen en artsen te voorzien, besloten de Staten een universiteit te stichten. Zo werd Friesland, na Holland (Leiden, 1575), de tweede provincie van de jonge Republiek met een universiteit. Mooie bijkomstigheid was dat de Friese studenten niet meer naar Leiden hoefden te reizen. Als standplaats koos men voor Franeker, dat al in de Middeleeuwen een belangrijk bestuurscentrum was. De Academie kreeg onderdak in het kloostergebouw van de Kruisbroeders, die in 1580 hun biezen hadden moeten pakken.

Al snel nam de Academie een grote vlucht. Er werden bekwame hoogleraren benoemd: de theoloog Sibrandus Lubbertus (ca. 1555–1625), die internationale reputatie verwierf met zijn wetenschappelijke bestrijding van de Rooms-Katholieke leer; de oriëntalist en hebraïcus Johannes Drusius (1550–1616), die eerder al professor in Oxford en Leiden was geweest; en de classicus Johannes Arcerius (1538–1625), die naam maakte met zijn studies over Pythagoras. Op hun beurt trokken de hoogleraren door hun publicaties veel studenten aan. Niet alleen uit Friesland, maar uit alle provincies en tot ver buiten de grenzen. Vooral het calvinistische karakter van de academie werkte in de eerste eeuw als een magneet. De taal vormde geen barrière, want de hoogleraren doceerden en publiceerden in het Latijn – het Engels van die tijd.

De aanwezigheid van professoren en studenten verhoogde de levendigheid en het aanzien van Franeker. Er kwam een prachtig stadhuis, een universiteitsstad waardig. Er verrezen huizen die recht deden aan de status van hoogleraren. Studenten woonden vaak in groepen samen, zoals de Hongaren in een statig pand aan de Voorstraat.

En ja, er werd ook wel stevig gedronken, met vechtpartijen tot gevolg. Wat dat betreft had de Franeker “loskop” een reputatie hoog te houden.

In de loop van de achttiende eeuw raakte de universiteit in een neerwaartse spiraal: goede professoren werden weggekocht door Leiden of Groningen en namen studenten in hun kielzog mee. Bezuinigingen en krimp versterkten de neergang. In 1811 viel het doek, toen Napoleon de Franeker academie ophief. De prachtige bibliotheek verhuisde naar Leeuwarden, het academiegebouw werd in gebruik genomen voor de zorg van psychiatrische patiënten. De trots van weleer werd een herinnering.

 

Over ons