Over ons

De Stins


Als de muren van de Botniastins konden spreken – en zouden vertellen over hun geschiedenis – zouden ze waarschijnlijk zeggen dat het een plek is waar toch veel verdriet is geweest. Hun oorspronkelijke oprichters en bewoners – de roomse tak van de Botnia’s – zijn met het verdrijven van de Spanjaarden uit Franeker verbannen om hier nooit meer terug te keren. Anna van Nassau, de vrouw van de eerste Friese stadhouder Willem Lodewijk (‘Us Heit’), sterft in 1588 op 24 jarige leeftijd tijdens haar eerste zwangerschap tussen de muren van deze stins. En als in 1853 de diaconie van de Hervormde kerk de Botniastins erft, wordt het bestemd als weeshuis. Het Zwarte Weeshuis, genoemd naar de kleding van de kinderen.

Hier tegenover staat dat de Botniastins ook een plek van nieuw perspectief, inspiratie en inzicht is geweest. Als voortvloeisel uit de Reformatie, was de stins in de achttiende eeuw het huis van verschillende hoogleraren van de Franeker Universiteit. Waaronder Professor Johannes Lemonon, die hier zijn beroemde leerling Johan Willem Friso ontving. De Franeker Universiteit en het ‘Kerckengoed’ horen van oudsher bij elkaar. In 1585 wordt het door de Reformatie vrijgekomen kloostergebouw aangeboden als huisvesting voor de Franeker Academie. En nu – ruim vier eeuwen later – is de Botniastins, die nog steeds in het bezit is van de diaconie, beschikbaar gesteld voor de Academie van Franeker. De geschiedenis herhaalt zich.

 

Over ons